Geërfde woning duurder doorverkopen. Boete of niet?
ZO VERMIJDT U EEN BOETE ALS U EEN GEËRFDE WONING DUURDER DOORVERKOOPT
Wie een geërfd onroerend goed binnen 2 jaar verkoopt voor een hogere prijs dan aangegeven in de erfenisaangifte, hoeft dan toch geen boete te betalen als hij dat spontaan meldt aan de belastingdienst. Gebeurt de verkoop na meer dan 2 jaar, dan is een extra aangifte niet nodig, ook al bedraagt de verjaringstermijn sinds begin dit jaar in principe 5 jaar en niet langer 2 jaar.
Sinds begin dit jaar is Vlaanderen en niet langer de federale overheid bevoegd voor het heffen en innen van de belastingen op erfenissen en schenkingen. De Vlaamse overheid neemt deze gelegenheid te baat om enkele aanpassingen door te voeren. Zo zijn sinds 1 juli de tarieven voor het schenken van onroerende goederen drastisch verlaagd en vereenvoudigd, in de hoop zo Vlamingen aan te zetten vastgoed te schenken en slapend patrimonium te activeren.
5 JAAR IN PLAATS VAN 2
Een andere maatregel is dat sinds begin dit jaar de verjaringstermijn is opgetrokken van 2 tot 5 jaar, te rekenen vanaf de dag van het overlijden. Tot eind vorig jaar had de Belgische fiscus 2 jaar, vanaf het indienen van de erfenisaangifte, om te controleren of hij akkoord ging met de waarde die u plakte op goederen die u erfde. Die waardering is cruciaal, omdat ze bepaalt hoeveel successierechten (nu erfbelasting) u moet betalen op uw erfenis. Belastingplichtigen zullen daardoor die waarde liefst zo conservatief mogelijk schatten. Maar als de fiscus vond dat u de goederen te laag geschat had, had hij 2 jaar de tijd vanaf het indienen van de aangifte nalatenschap om u een extra aanslag op te leggen, met een extra heffing van successierechten en eventueel ook een boete tot gevolg.
Een specifiek geval is dat waarbij erfgenamen een geërfde woning relatief snel na de erfenis opnieuw verkopen. Denk aan de gezinswoning die de kinderen erven van de langstlevende ouder. Werd die woning binnen de 2 jaar voor een hogere prijs verkocht dan de waarde die opgenomen was in de erfenisaangifte, dan kneep de federale overheid in dat geval een oogje dicht en legde hij geen boete op als de erfgenamen de hogere verkoopprijs spontaan meldden aan de federale fiscus. De successiebelasting op het waardeverschil moest wel bijbetaald worden.
BOETE OF NIET?
Door de overdracht van deze bevoegdheid naar Vlaanderen en het verlengen van de verjaringstermijn van 2 naar 5 jaar, was enige onduidelijkheid ontstaan over of de Vlaamse belastingadministratie een doorverkoop van een onroerend goed na 2 jaar tegen een hogere waarde zou penaliseren met een boete.
Eerder werd al bekend dat erfgenamen die binnen de 10 maanden na de aangifte spontaan erkenden dat een bepaald goed hadden vergeten op te nemen in de aangifte, hun boete gehalveerd werd tot 10 procent. En wie opbiecht goederen te laag gewaardeerd te hebben, ziet de boete afgetopt op 10 procent. Nu verduidelijkt de Vlaamse belastingadministratie bijkomend dat ze dezelfde tolerantie zal toepassen als de federale fiscus: bij een doorverkoop van een onroerend goed binnen 2 jaar na het overlijden, legt ze geen boete op als de belastingplichtige spontaan een aanvullende aangifte indient voor het verschil tussen de verkoopprijs en de aangegeven waarde. De erfbelasting op dat saldo moet wel worden betaald, maar een boete wegens tekortschatting wordt er niet geheven.
En ze gaat verder. Verkoopt u het goed binnen de 5 jaar maar na meer dan 2 jaar, dan is een bijkomende aangifte door de belastingplichtige van dit waardeverschil niet nodig. Evenmin zal de belastingadministratie, tenzij in geval van manifeste onregelmatigheden, na die 2 jaar nog een bijkomende aanslag en boete wegens tekortschatting opleggen. ‘In principe controleren we een erfenisaangifte binnen de 10 tot 12 maanden na de oorspronkelijke aanslag. En dat doen we grondig. Dus als we dan niet oordelen dat de aangegeven waarde te laag is, gaan we dat ook niet doen als de erfgenaam de woning bijvoorbeeld 4 jaar later voor een hogere prijs doorverkoopt. De marktsituatie kan over een dergelijke tijdspanne bovendien een hogere prijs rechtvaardigen’, legt administrateur-generaal David Van Herreweghe van de Vlaamse Belastingdienst uit.
Bron: Netto