7 tips voor een lager E-peil
1.
De verslaggever kan een woning vereenvoudigd of heel gedetailleerd in de EPB-software ingeven. Als je hem vraagt om de energieprestatie van je woning in detail te berekenen, in plaats van te rekenen met de standaardwaarden, kan hij het E-peil gemakkelijker verfijnen.
Laat hem ook de bouwknopen gedetailleerd berekenen. Bouwknopen zijn de plekken waar de diverse constructiedelen (vloer, muren, dak en ramen) op elkaar aansluiten.
2.
Je architect moet erop letten dat de isolatie ononderbroken doorloopt van de vloer tot het dak, - dat kun je zelf controleren op de ontwerptekeningen -, terwijl de aannemer ervoor moet zorgen dat de isolatie heel zorgvuldig geplaatst wordt. Anders ontstaan er zogenaamde koudebruggen: plaatsen waar de thermische isolatie niet doorloopt of op elkaar aansluit. Via koudebruggen ontsnapt er warmte naar buiten en komt er koude naar binnen, en is er een gevaar voor condensatie, met dikwijls geurhinder en schimmelvorming tot gevolg.
Een typisch voorbeeld is de dorpel onder een venster. Als de gevelisolatie daar niet correct is uitgevoerd, dringt de koude tot in de binnenmuur. Dat kan leiden tot schimmel op de binnenmuur onder het venstertablet. Bij hellende daken kan er een luchtdichtingsstrook worden aangebracht die achteraf in de pleister wordt verwerkt. Zo sluit de luchtdichting van de muren naadloos aan op die van het dak. Ook heel belangrijk om koudebruggen te vermijden is een isolerende blok (type Perinsul van Foamglas) als eerste steen bij elke buiten- en binnenwand.
3.
Hoe dik je moet isoleren, hangt niet enkel af van je ambitieniveau, maar ook van de lambdawaarde van het isolatiemateriaal en van de fabrikant. Eenzelfde type isolatiemateriaal kan verschillende lambdawaarden hebben. Op de websites van de meeste fabrikanten vind je een tool waarmee je de isolatiedikte kan berekenen.
4.
De EPB-software rekent standaard een luchtinfiltratie van 12 m3/h.m2. Wanneer tijdens het ont- werp en de uitvoering aan de luchtdichtheid extra aandacht wordt besteed, kun je deze standaardwaarde gemakkelijk terugdringen tot de helft en win je zo heel wat E-punten.
Bij massieve woningen kan dat bijvoorbeeld door in de naad tussen de bodemplaat en alle muren cement of een folie te verwerken. Ook heel belangrijk is dat het pleisterwerk rond ramen, deuren en leidingdoorvoeren zorgvuldig is afgewerkt. Kies voor luchtdichte contactdozen voor stopcontacten en schakelaars, en vermijd zoveel mogelijk om die in de buitenmuren te plaatsen.
5.
Je bespaart heel wat verwarmingskosten met een buitengarage. Als je garage toch binnen het ‘beschermd volume’ valt (dat is het volume van alle kamers en ruimten die je wil isoleren), is het belangrijk dat de poort goed is geïsoleerd en ook goed luchtdicht is.
6.
Voor schrijnwerk kies je best voor minimaal luchtdichtheidsklasse 4.
7.
Wees spaarzaam met ramen tot op de grond. De onderste 1 tot 1,2 meter laten niet meer licht binnen, maar je verliest wel meer warmte. Ramen zijn bovendien duurder dan volle muren.
(vg) - Bron: Dossier Bouwen & Renoveren