Wat bepaalt dat een inbreker jouw huis kiest?
1. De haag
Je haat of liefde voor snoeien kan je duur opbreken. Is je haag te laag dan kunnen de inbrekers gemakkelijk over de heg klimmen of zien wat er te rapen valt. Is je haag te hoog dan verberg je vast iets of is het juist gemakkelijker voor de inbreker om ongezien zijn/haar slag te slaan.
Een gulden middenweg vinden is de boodschap. De haag moet nog genoeg inkijk geven, zodat er sociale controle kan zijn, maar hoog genoeg om ongewenste gasten te ontmoedigen.
2. De oprit
Geen garage of heb je wel een garage, maar staat je auto normaal gezien altijd op de oprit? Het valt inbrekers vast op dat je wagen weg is en zelfs al heb je een garagepoort, als die er ongebruikt uitziet of als de inbreker een bekende is in je buurt en weet dat je je garage niet gebruikt, dan zal deze ook de optelsom maken en weten dat je niet thuis bent.
Probeer dus zo vaak mogelijk een auto op de oprit te laten staan of een fiets (met slot) of brommer, zodat de dieven er het raden naar hebben of je al dan niet thuis bent.
3. Het gebouw
Woon je ingesloten dan loop je iets minder risico om ’s avonds thuis te komen en te merken dat al je spullen ontvreemd werden. Vrijstaande huizen zijn aantrekkelijker voor inbrekers, want er zijn minder pottenkijkers en meer mogelijkheden om zonder sleutel binnen te raken.
Ook appartementsgebouwen zijn minder gemakkelijke doelwitten. Mensen leven dicht op elkaar en kennen elkaar, een luidruchtige inbraak valt op en het is voor de dief moeilijker om te raden wie er thuis is.
Hoge flatgebouwen met veel bewoners vormen wel een uitzondering op die regel. Er is namelijk meer anonimiteit en het is moeilijker om te weten wie er wel of niet in het gebouw woont. Van een inbreker kan namelijk gedacht worden dat het een zoveelste nieuwe bewoner is...
4. Locatie
Drukke straten zijn gemakkelijkere doelwitten. Een wagen die meerdere keren per dag voorbijrijdt om een mogelijk doelwit te inspecteren en de gewoontes van de bewoners te leren kennen, wordt minder snel opgemerkt op een drukke baan. Woon je in een (residentiële) wijk dan valt een verdacht voertuig al sneller op.
Vooral straten met kantoren of handelszaken, zelfs een sportcomplex of hotel, worden vaker gefrequenteerd door criminelen. Het is een komen en gaan van onbekenden, dat is voor hen natuurlijk een anoniemere omgeving. Doodlopende straten zijn doorgaans het veiligst. Meer sociale controle, minder vluchtopties, meer risico om op te vallen.
5. Privacy
We kunnen niet genoeg benadrukken hoe belangrijk sociale controle is om inbraak te voorkomen. Je bent misschien wel gesteld op privacy, maar laat toch zo vaak mogelijk je gordijnen open en laat die buren maar binnengluren. Een inbreker zal nog altijd op zijn hoede zijn voor huizen waar hij/zij betrapt kan worden.
Die nieuwsgierige overbuurvrouw of waakzame buurman hebben die onbetrouwbare figuur aan je achterpoort misschien toch nog op tijd in de mot of hebben de verdachte aanwezige in je huis opgemerkt en de politie kunnen bellen.
6. Onderhoud
Een huis dat er onderhouden uitziet, straalt veiligheid uit. Hou je huis dus opgeruimd en in topvorm. Een likje verf kan al genoeg zijn om een inbreker op andere gedachten te brengen. Het zit ‘m vaak in de details. Een afgebladderd raamkozijn kan al reden zijn voor een inbreker om te denken dat je veiligheidssysteem ook wel verouderd is.
Een huis waarin geïnvesteerd werd of toch die schijn hoog houdt, wordt vaak gezien als een huis waar moeilijker in te breken valt.
Bron: hebbes.be