Besmettingsgevaar groter nu we meer binnen zitten: zo hou je het veilig
Verschillende virologen wijzen erop dat een groot deel van de coronabesmettingen thuis gebeurt, binnen het eigen gezin. Nu de winter voor de deur staat, zullen we nog meer tijd binnen doorbrengen met onze bubbel. En wordt het besmettingsgevaar weer wat groter.
Dat je het coronavirus kan oplopen door uitgehoeste of -geniesde speekseldruppeltjes in te ademen of eerst een besmet oppervlak en daarna je gezicht aan te raken, is al langer bekend. Afstand houden en je handen wassen zijn de beste manieren om die besmettingsroutes te slim af te zijn. Maar ondertussen zijn wetenschappers het eens dat er ook risico optreedt wanneer je je een kwartier of langer met anderen in een slecht geventileerde ruimte bevindt. Zo wordt het CO-gehalte te hoog: afstand houden en zelfs een mondmasker dragen zijn dan mogelijk niet genoeg. Thuis in je bubbel is het sowieso allesbehalve leuk om dat te doen. Maar door de binnenlucht vers en gezond te houden, kan je het besmettingsrisico toch aanzienlijk verkleinen. En dat lukt je op verschillende manieren.
Met een ventilatiesysteem (en verse lucht)
Woon je in een recente nieuwbouw of in een ingrijpend energetisch gerenoveerde woning? Dan beschik je in principe over een ventilatiesysteem. En dat is goed nieuws, want zo’n systeem helpt je om de verspreiding van het coronavirus in huis tegen te gaan. De voorwaarde is dat je steeds nieuwe, verse lucht van buiten gebruikt en dus geen afgevoerde lucht opnieuw door je huis laat circuleren. Zo zou je de kans dat het virus zich binnen je gezin verspreidt net vergroten, want het is veel minder waarschijnlijk dat het vanuit de buitenlucht naar binnen komt. In de huidige omstandigheden is het trouwens aangeraden om je ventilatiesysteem zoveel mogelijk te laten draaien. Je kan je start- en stopinstellingen wijzigen en ’s nachts sneller overschakelen naar een lagere werkingskracht.
Door ramen en deuren voldoende open te zetten
Heb je geen ventilatiesysteem bij je thuis? Geen probleem, want ook door je ramen en deuren regelmatig open te zetten, kan je je woonruimtes meer dan voldoende verluchten. Af en toe een kwartier enkele ramen open zetten is normaal gezien al genoeg, maar in coronatijden is het aangeraden om dat zo lang en zoveel mogelijk te doen. In de winterse kou is dat natuurlijk wat onaangenamer, maar het is toch een goed idee om het vol te houden. Zorg wel dat je niet zomaar één raam of deur openzet: zo komt er wel verse lucht binnen, maar kan die moeilijker terug naar buiten en blijft alsnog dezelfde lucht circuleren. Open daarom het best ook een deur of raam op de bovenverdieping of aan de andere kant van je huis.
Tip: Het heeft weinig zin om de temperatuur en luchtvochtigheid in huis te verhogen of verlagen. Pas bij een veel te hoge luchtvochtigheidsgraad van 80% en een temperatuur van meer dan 30° C ondervindt het coronavirus er echt nadeel van.
Door je ventilatiesysteem goed te onderhouden
De kans dat je ventilatiesysteem het coronavirus door je huis laat circuleren en dat je zo besmet geraakt, is eerder klein. Het is dus niet nodig om vaker dan anders een onderhoud te voorzien. Maar om de kwaliteit van je systeem op peil te houden, is een regelmatig onderhoud toch essentieel. Heb je een ventilatie C-systeem? Dan moet je de raamroosters om de zes maanden of ten laatste na een jaar schoonmaken. Dat kan je makkelijk zelf door de klep eraf te nemen en de roosters aan te pakken met een stofzuiger en een vochtige doek. Laat het afvoersysteem ook om de een à twee jaar nakijken door een professional. Beschik je over een D-systeem? Dan moet je de filters om de drie à vier maanden schoonmaken en na anderhalf jaar vervangen. Laat ook het kanalennet af en toe reinigen.
Tip: Laat ook het warmteterugwinningssysteem van je ventilatiesysteem D controleren op lekken. Als je het systeem weinig en vooral op een lage stand gebruikt, kan het zijn dat er virusdeeltjes uit de afvoerlucht in de luchttoevoer terechtkomen. Als je ventilatiesysteem de luchttoevoer en -afvoer volledig gescheiden houdt, is er geen probleem.
Zorg altijd voor een gezonde binnenlucht
Ook als er geen vervelende virussen de ronde doen, is een gezonde binnenlucht natuurlijk van groot belang. De lucht in slecht geventileerde binnenruimtes is al gauw vijf keer vervuilder dan buitenlucht en kan je zelfs met hoofdpijn en vermoeidheid opzadelen. Met deze tips krijg je het voor mekaar.
- Zorg voor een ideale binnentemperatuur tussen de 19 en 22 graden. In je badkamer mag het wat warmer zijn, in je slaapkamer iets frisser. Met een goede zonwering hou je ’s zomers de hitte binnen de perken.
- Hou het CO2-gehalte van de binnenlucht zeker onder de 1.200 parts per million (ppm). Met een CO2-meter kan je dat in de gaten houden.
- Let op dat de relatieve luchtvochtigheid op peil blijft. Met een graad van 40 tot 70% zit je in principe goed. Als er na het douchen condens ontstaat op de spiegels en vensters, is de relatieve luchtvochtigheid te hoog.
- Vermijd schadelijke stoffen die afkomstig zijn van schoonmaakproducten, verf of spuitbussen.
- Tijdens het koken komen er gassen vrij waarin veel fijnstof zit. Een stuk brood roosteren of wat groenten grillen kan al schadelijk zijn voor je longen. Zorg daarom voor een goed afzuigsysteem in je keuken. Om dezelfde reden vermijd je binnen ook het best kaarsen, wierook en sigarettenrook